Vitaal en sociaal Breda

Ambitie

Welke afwijkingen zijn er ten aanzien van de in de Begroting 2018 opgenomen ambitie te melden?

Vitaal en Sociaal Breda betekent kwaliteit van werken en leven en een thuis voor iedereen. We willen een Bredase samenleving waar iedereen naar vermogen meedoet. Over het algemeen is de kwaliteit van de zorg aan de Bredanaars goed. En de uitstroom uit de bijstand is uiteindelijk in de tweede helft van dit jaar op het niveau dat we in de begroting hebben afgesproken.

De financiële beheersbaarheid is echter nog onvoldoende. Net als bijna alle andere gemeenten, staan de budgetten onder zware druk. Met name het budget voor jeugd laat grote overschrijdingen zien en hebben de maatregelen nog onvoldoende effect. Bij de begroting was een tekort, exclusief maatregelen, van € 10,95 miljoen voorzien voor het programma Vitaal en Sociaal Breda. De verwachting is dat dit oploopt met € 1,25 miljoen naar een tekort van € 12,2 miljoen over heel 2018.

In de zomermaanden zijn alle zeilen bijgezet om deze overschrijdingen te analyseren en maatregelen te formuleren gericht op het wegwerken van alle structurele tekorten in het sociaal domein per 1 januari 2021. De financiële effecten hiervan zullen niet zozeer in 2018, maar in 2019 en verder zichtbaar worden.

De thema`s

Thema  1.1:

Opgroeien

Wat willen we als afwijking op de in de begroting voorgenomen activiteiten rapporteren?

Het voorziene tekort op het thema Opgroeien voor 2018 bedraagt € 5,3 miljoen. Deze overschrijding is bijna geheel toe te schrijven aan de extra inzet van specialistische jeugdhulp, met name ambulante specialistische jeugdhulp. Er is sprake van een groeiend aantal cliënten en intensievere jeugdhulptrajecten. Naast extra uitgaven voor specialistische jeugdhulp zijn er niet begrote kosten gemaakt voor de inzet van ziekenhuis CJG’ers en het programma voorzorg & prezorg dat jonge kwetsbare aanstaande moeders begeleidt.

In de begroting 2019 wordt zichtbaar welke maatregelen in gang zijn gezet om de uitgaven voor ambulante specialistische jeugdhulp te beheersen. Die maatregelen hebben betrekking op het beter organiseren van de toegang tot deze hulp (het Centrum voor Jeugd en Gezin bijvoorbeeld). We gaan het Centrum voor Jeugd en Gezin anders organiseren om meer grip te krijgen op het beschikkingsproces en regie te voeren op jeugdhulptrajecten; we nemen het volledige aanbod van ambulante specialistische jeugdhulp kritisch onder de loep en werken aan het aanscherpen van administratieve processen waardoor we de kosten beter kunnen beheersen.

De uitgaven voor specialistische jeugdhulp voor acht gemeenten uit de regio West-Brabant Oost verlopen via de gemeente Breda omdat Breda deze hulp namens die gemeenten inkoopt en afrekent. De regiogemeenten hadden voor 2018 gezamenlijk € 21,5 miljoen aan uitgaven begroot, maar dat wordt waarschijnlijk € 32,7 miljoen. Dit is een verschil van € 11,2 miljoen, maar heeft een budgetneutraal effect voor de begroting van Breda omdat deze extra uitgaven worden doorbelast aan de regiogemeenten.

Zijn er ten aanzien van risico's nog ontwikkelingen te melden?

Er zijn geen ontwikkelingen ten aanzien van de risico's te melden.

Thema  1.2:

Betrokken zijn

Wat willen we als afwijking op de in de begroting voorgenomen activiteiten rapporteren?

We hebben in 2018 forse stappen gezet in de doorontwikkeling van de integraal werkende wijkteams, de synergie tussen de deelnemers van het netwerk ZorgVoorElkaarBreda en de transformatie van de zorg en de ondersteuning die we leveren. We blijven keihard werken aan onze ambitie om iedereen  de zorg en ondersteuning te geven die nodig is. We hebben de ervaringen van de eerste jaren waarin we onze nieuwe taken vormgaven gebruikt om gerichte verbeteringen door te voeren bij onze zorgaanbieders, zowel inhoudelijk als financieel. Toch lukt het ons in 2018 nog niet om onze taken uit te voeren binnen de budgetten die het Rijk ter beschikking stelt. Onder meer omdat de totale doelgroep die we bedienen op de lange termijn groeit en daarnaast qua problematiek complexer wordt. Met de inzichten die we in 2018 hebben opgedaan zijn we in staat in de begroting een verantwoord fors beheersmaatregelenpakket te presenteren waarmee we toch een sluitende begroting kunnen presenteren. Verder hebben we in 2018 invulling gegeven aan het jaarlijkse cliënt ervaringsonderzoek en hebben we diverse verbeteringen doorgevoerd naar aanleiding van de aanbevelingen van het rekenkameronderzoek Wmo.

Thematafel
De thematafel ZorgvoorelkaarBreda heeft in het najaar haar nieuwe uitvoeringsplan 2019-2020 vormgegeven. Met dit plan wordt uitvoering gegeven aan de ambities uit het bestuursakkoord 'Lef en liefde'. Ambities op het gebied van o.a. dementie, mantelzorgondersteuning, respijtzorg, toegankelijkheid, vrijwilligersondersteuning en preventie van problematische schulden spelen een belangrijke rol in dit plan. Ook wordt inzichtelijk gemaakt welke escalerende kosten voor maatwerkvoorzieningen vermeden kunnen worden met dit uitvoeringsplan.

Zijn er ten aanzien van risico's nog ontwikkelingen te melden?

Er zijn geen ontwikkelingen ten aanzien van de risico's te melden.

Thema  1.3:

Thuis

Wat willen we als afwijking op de in de begroting voorgenomen activiteiten rapporteren?

We willen dat iedereen die dat nodig heeft beschermd en veilig kan wonen en de juiste begeleiding en ondersteuning krijgt, gericht op persoonlijk en maatschappelijk herstel. We richten ons op mensen die zich door aanleg of omstandigheden minder goed zelf kunnen redden: slachtoffers van huiselijk geweld, dak- en thuislozen, cliënten voor beschermde woonvormen, in Breda en in de regio West-Brabant. Onze aanpak werkt. Breda geeft thuis. Ondanks de groei van de doelgroep is er voldoende aanbod Beschermd Wonen in Breda en regio. Ook onze taak om regiogemeenten voor te bereiden op de tijd die gaat komen waarin wij niet langer een formele regionale verantwoordelijkheid hebben pakken we goed op.

Beschermd Wonen
We zien dat de doelgroep van beschermd wonen sterk is gegroeid. We verwachten dit jaar af te sluiten met een tekort op (regionaal) Beschermd Wonen van ongeveer € 2,7 miljoen. Bij de eerste bestuursrapportage was hier reeds een tekort van € 1,5 miljoen aangekondigd. De oorzaken van het tekort zijn gelegen in de stijgende instroom (als gevolg van met name de ambulantisering van de klinische en de forensische GGZ en de groei van het aantal mensen met een licht verstandelijke handicap) en een sterk achterblijvende uitstroom (zowel richting ambulante ondersteuning als richting Wet Langdurige Zorg). In de begroting 2019 zal een aantal maatregelen gepresenteerd worden waarmee we de budgetoverschrijdingen op Beschermd Wonen een halt toe roepen. Daarnaast hebben we in 2018 fors ingezet op een lobby richting het Rijk vanwege de groei van onze doelgroep beschermd wonen. In de septembercirculaire heeft het Rijk aangekondigd om inderdaad de rijksbijdrage structureel op te hogen met een bedrag van ruim acht ton.

Doorstroomvoorziening dak- en thuislozen (DSV)
De opvang van dak- en thuislozen in de DSV loopt conform doelstelling in de begroting. Tegelijkertijd zien we dat de huidige locatie steeds minder voldoet aan de eisen die wij stellen op basis van het vigerende beleid op huisvesting en begeleiding. Dit vraagstuk kan niet los worden gezien van het beleidsthema “doordecentralisatie maatschappelijke opvang in de regio”. We onderzoeken – met partners van de thematafel Regio Breda vangt op en de regio – op welke wijze we hierin een volgende stap kunnen zetten.   

Zijn er ten aanzien van risico's nog ontwikkelingen te melden?

Er zijn geen ontwikkelingen ten aanzien van de risico's te melden.

Thema  1.4:

Leren, ontwikkelen en werken

Wat willen we als afwijking op de in de begroting voorgenomen activiteiten rapporteren?

Wet BUIG
In het eerste half jaar is een voorzichtige daling van het klantenbestand ingezet. Deze trend heeft zich in het derde kwartaal aanzienlijk verstevigd en zal ook in het vierde kwartaal doorlopen. Op basis van deze trend is de verwachting dat we het resultaat om het klantenbestand met 500 te laten dalen over het jaar 2018 gaan halen.

Helaas heeft het iets langer geduurd voordat de daling echt heeft ingezet, waardoor we niet over het volledige jaar de financiële voordelen hebben kunnen inboeken. De reden hiervoor ligt in de extra tijd die nodig was om de maatregelen van papier om te zetten in concrete acties en het inregelen van de benodigde werkprocessen en capaciteit. De verwachting was dat dit per januari in orde was, maar heeft helaas tot april geduurd. Door stevige sturing en monitoring hebben we een groot gedeelte van deze vertraging in de planning nog dit jaar ingelopen. Desondanks verwachten we niet dat het tekort BUIG zoals opgenomen in begroting 2018 wordt overschreden. Het budget BUIG dat Breda ontvangt van het Rijk is echter wel nog steeds structureel te laag om alle bijstandsuitkeringen te kunnen betalen. Dit betekent dat naast de het begrote tekort van € 3,25 miljoen naar verwachting ook de volledige positieve bijstelling van het Rijksbudget BUIG 2018 met € 1,4 miljoen van afgelopen april benodigd is. Afgelopen 1 oktober is het definitieve budget BUIG 2018 vastgesteld. Voor Breda een positieve bijstelling van € 2 miljoen. Dit vooral als gevolg  van de verwerking van Statushouders in de bijstandsraming zodat de verhoogd asielinstroom al in het uitvoeringsjaar in het macrobudget wordt verwerkt. Naast de hierboven genoemde bedragen is van deze bijstelling van € 2 miljoen,  een bedrag van € 1 miljoen benodigd om onderaan de streep op € 0 uit te komen. Dit in tegenstelling tot hetgeen in de eerste bestuursrapportage is gemeld. In begroting 2019 is een maatregelenpakket opgenomen dat zorgt voor een afname van het tekort in de begroting 2019

Woonlastenfonds
De betrokken partijen lijken andere manieren te hebben om aan financiering te komen wat het fonds overbodig maakt. Hier hebben we ook op gestuurd. Van het woonlastenfonds (€ 0,4 miljoen) is hierdoor naar verwachting in 2018 slechts € 0,03 miljoen benodigd.

Sociale werkvoorziening
Het beschikbare SW-macrobudget is te laag om de totale kosten, inclusief de SW-loonkosten, te dekken. Er is daardoor sprake van een structureel tekort in de SW. Bij de begroting 2018 is met een tekort van € 3,5 miljoen rekening gehouden. Door een forse positieve bijstelling in de meicirculaire en de genoemde betere omzet zal het tekort € 1 miljoen positief gunstiger zijn en uitkomen op € 2,5 miljoen.

Zijn er ten aanzien van risico's nog ontwikkelingen te melden?

Er zijn geen ontwikkelingen ten aanzien van de risico's te melden.

Thema  1.5:

Leven

Wat willen we als afwijking op de in de begroting voorgenomen activiteiten rapporteren?

In 2018 vond de Champions Trophy 2018 in Breda plaats. Op dit moment vindt de financiële afwikkeling van het evenement plaats met leveranciers en partners. De raad kan de verantwoording in januari 2019 verwachten. Verder wordt momenteel onderzoek verricht naar de economische en maatschappelijke spin-off. Daarnaast is de mediawaarde – van alle verkregen publiciteit in Nederland - in kaart gebracht en worden de eigen interne ervaringen opgehaald en geëvalueerd.

Zijn er ten aanzien van risico's nog ontwikkelingen te melden?

Er zijn geen ontwikkelingen ten aanzien van de risico's te melden.

Thema  1.6:

Ontmoeten

Wat willen we als afwijking op de in de begroting voorgenomen activiteiten rapporteren?

Wijken
De Wijkplatforms zitten in de beginfase en zijn volop in ontwikkeling. Het aantal initiatieven zal zeker nog toenemen en daarmee ook de vraag naar subsidie. Bovendien is de hoogte van de benodigde subsidie afhankelijk van de aard van de ingediende initiatieven en kan ook daarom per jaar verschillen. Voor de Wijkcentra geldt dat subsidiëring afhankelijk is van de noodzakelijke ondersteuning van de besturen van de Wijkcentra. Daarnaast is er minder geld uitgegeven aan Wijkimpulsen. Processen om te komen tot initiatieven kosten tijd. Door te werken aan community building in Heuvel en Muizenberg-Kesteren stijgen het aantal initiatieven op het gebied van leefbaarheid en participatie. In de wijken Doornbos-Linie en Fellenoord werken we van vroegsignalering naar een vroege aanpak. Leefbaarheids- en participatie initiatieven maken hier onderdeel van uit. Naar verwachting, gelet op de plannen die er liggen en bekend zijn, wordt geld overgehouden. Subsidiëring is afhankelijk van initiatieven in wijken en dorpen, hierdoor wordt een totaal voordeel verwacht van € 0,45 miljoen.

De ambitie op het gebied van publieke innovatie is in het bestuursakkoord verlaagd. Desalniettemin kunnen Breda Begroot en Buurtrechten uitgevoerd worden met het beschikbare budget van 2019.

Zijn er ten aanzien van risico's nog ontwikkelingen te melden?

Er zijn geen ontwikkelingen ten aanzien van de risico's te melden.

Relevante afwijkingen ten opzichte van huidig begrotingsjaar

Het te verwachten resultaat voor het jaar 2018 voor het programma Vitaal en Sociaal Breda bedraagt € 12,2 miljoen negatief. Dit is exclusief € 6,7 miljoen die, vrij besteedbaar, resteert in de reserve sociaal domein. Dit bedrag resteert doordat de impulsen vanuit de reserve sociaal domein niet volledig worden uitgegeven in 2018 en door het besluit in het bestuursakkoord ‘Lef en Liefde’ om de geplande impulsen vanuit de reserve sociaal domein voor 2019 en verder te schrappen. Hieronder zal per thema een toelichting worden gegeven:

Thema 1.1 Opgroeien

Resultaat prognose: € 5,3 miljoen negatief.

Toelichting:

Het voorziene tekort op het thema Opgroeien voor 2018 bedraagt € 5,3 miljoen en dat is ten opzichte van de eerste bestuursrapportage een verslechtering van € 2,1 miljoen. De prognose van € 2,1 miljoen was reeds negatiever dan de aannames bij de begroting 2018. De overschrijding is nagenoeg geheel toe te schrijven aan de extra inzet van specialistische jeugdhulp, met name ambulante specialistische jeugdhulp. Er is sprake van een groeiend aantal cliënten en intensievere jeugdhulptrajecten. Naast extra uitgaven voor specialistische jeugdhulp zijn er niet begrote kosten gemaakt voor de inzet van ziekenhuis CJG’ers en het programma voorzorg & prezorg dat jonge kwetsbare aanstaande moeders begeleidt.

Thema 1.2 Betrokken zijn

Resultaat prognose: € 0,1 miljoen positief.

Toelichting:

Binnen het thema Betrokken wordt een resultaat van € 0,1 miljoen positief. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door lagere inkomsten van € 0,5 dan begroot en anderzijds door € 0,6 miljoen aan lagere kosten.

Het nadeel op de inkomsten wordt veroorzaakt door een aanpassing door het Rijk. De eigen bijdrage voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is via de landelijke parameters naar beneden bijgesteld. Dit betekent dat iedereen iets minder eigen bijdrage gaat betalen en waarbij met name de meerpersoonshuishouden waarin een partner chronisch ziek is, wordt ontzien. Hierdoor ontvangen we als Breda dit jaar naar verwachting € 0,36 miljoen minder dan begroot. Daarnaast is er een daling van de bijdrage van de provincie voor de deeltaxi, die leidt tot een nadelig resultaat van € 0,16 miljoen.

De lagere kosten worden, naast het niet budgetten van kleine bedragen voor diverse onderwerpen, veroorzaakt door het bedrag aan teruggevorderde subsidies. Dit betreft bedragen die in eerdere jaren zijn gesubsidieerd en waarbij in de verantwoording van de ontvanger is gebleken dat het bedrag niet volledig is uitgegeven. Tot heden is er in 2018 € 0,63 miljoen aan subsidies teruggevorderd. Er rust een taakstelling van € 0,2 miljoen, dus er resteert dan een positief resultaat van € 0,43 miljoen. Ook zien we een overschrijding op zowel vervoersvoorzieningen als begeleiding. Dit is terug te voeren op het aantal cliënten die gebruik maken van deze producten en diensten. Deze stijging in gebruikers kunnen we begrijpen in het licht van het beleid om mensen zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen. In het bestuursakkoord maakten we daarom afspraken om met ingang van 2019 het beschikbare budget te verhogen. Zonder daarbij afstand te doen van onze visie dat we ondersteuning daar waar mogelijk willen organiseren met een vrij toegankelijke voorziening. Tegenover dit tekort staan voor bijna hetzelfde bedrag lagere kosten huishoudelijke verzorging dan begroot i.v.m. incidentele middelen.

Daarnaast is er in 2018 (vanuit de voorjaarsnota 2016, reserve sociaal domein) een incidenteel ontwikkelbudget voor intensivering preventie begroot van € 1,75 miljoen. Bij de jaarrekening 2017 is besloten dat daarvan € 0,5 miljoen in 2019 mag worden ingezet. Met de huidige subsidietoekenningen is ongeveer € 1,4 miljoen uitgegeven voor 2018 en 2019. Daarnaast is er in 2018 (vanuit de voorjaarsnota 2017, reserve sociaal domein) een incidenteel budget van € 0,9 miljoen voor preventie en vroegsignalering vanuit de voorjaarsnota 2017. € 0,17 miljoen is al eerder toegekend in 2018. Middels een tweede ronde in het najaar 2018 zal dit oplopen in totaliteit tot ongeveer € 0,3 miljoen. De beide restanten, ongeveer € 1 miljoen in totaal, blijven in de reserve sociaal domein en kunnen, zoals hierboven in de tekst weergegeven, worden ingezet ter dekking van het tekort van het programma Vitaal en Sociaal Breda in 2018.

Thema 1.3 Thuis

Resultaat prognose: € 2,7 miljoen negatief.

Toelichting:

Het tekort Beschermd Wonen wordt veroorzaakt door de stijgende instroom als gevolg van met name de ambulantisering van de klinische en de forensische GGZ en de groei van het aantal mensen met een licht verstandelijke handicap en een sterk achterblijvende uitstroom richting ambulante ondersteuning als richting Wet Langdurige Zorg). Daarnaast zien we hogere uitgaven (€ 0,45 miljoen) aan PGB. Weliswaar is het aan cliënten afgenomen, echter is de omvang per PGB gestegen.
Tot slot heeft Breda als centrumgemeente aanvullende middelen van het rijk ontvangen. Deze zijn deels aan Veilig Thuis West-Brabant beschikbaar gesteld om zich goed te kunnen voorbereiden op de landelijk opgelegde taakuitbreiding (de radarfunctie in relatie tot de aanscherping van de Meldcode huiselijk geweld). Deze taakuitbreiding wordt vormgegeven over de jaargrens heen. Naar verwachting zal een bedrag van € 0,27 mln. niet worden uitgegeven in 2018.

Thema 1.4 Leren, ontwikkelen en werken

Resultaat prognose: € 5,3 miljoen negatief.

Toelichting:

Werk & Inkomen
Het budget BUIG dat Breda ontvangt van het Rijk is nog steeds structureel te laag om alle bijstandsuitkeringen te kunnen betalen. Het verwacht tekort bedraagt € 2,25 miljoen en dit bedrag is € 1 miljoen lager dan het gemelde tekort in de begroting 2018. In het 1e halfjaar is een lichte daling van het klantenbestand waarneembaar. Deze daling is echter minder dan waarmee eerder rekening was gehouden. Aan het begin van het 2e halfjaar zien we dat de daling zich sterker (conform begroting) doorzet. Maar een gedeelte van het financiële effect hiervan zal pas in 2019 zichtbaar zijn. Afgelopen 1 oktober is het definitieve budget BUIG 2018 vastgesteld. Voor Breda een positieve bijstelling van € 2 miljoen. Dit vooral als gevolg  van de verwerking van Statushouders in de bijstandsraming zodat de verhoogd asielinstroom al in het uitvoeringsjaar in het macrobudget wordt verwerkt. Van deze bijstelling is een bedrag van € 1 miljoen benodigd (dit bovenop de bijstelling van afgelopen april van € 1,4 miljoen).
Zoals bekend is met de Participatiewet sinds 2015 de toegang tot de Sociale Werkvoorziening (SW) afgesloten. Er is geen nieuwe instroom meer. Het aantal SW-medewerkers daalt daardoor elk jaar. De uitstroom bij ATEA-Groep bedroeg ongeveer 5%. Door de afname van het aantal SW-medewerkers is de omzet licht gedaald, maar ligt boven de begroting. Dit kan grotendeels worden toegeschreven aan de gunstige economische omstandigheden. De uitvoeringskosten liggen in lijn met de begroting en zijn 9% gedaald. Het beschikbare SW-macrobudget is te laag om de totale kosten, inclusief de SW-loonkosten, te dekken. Er is daardoor sprake van een structureel tekort in de SW. Deze ontwikkeling zal naar verwachting voor het hele jaar 2018 gelden. Naar verwachting een nadelig resultaat van € 2,5 miljoen.
Binnen de keten Participatie is mede als gevolg van de financiële ontvlechting ATEA een tekort op de formatie aanwezig van € 1 miljoen. Ook in 2018 is naar verwachting meer personeel (vooral tijdelijk) benodigd dan waarvoor budget aanwezig. Een bedrag van € 0,8 miljoen is binnen Programma 1 zichtbaar, het restantbedrag van € 0,2 miljoen is terug te vinden binnen Programma 5.
Tot slot ontvangen we in 2018 regionale middelen van het Rijk ten behoeve van diverse arbeidsmarktprojecten van de regio West-Brabant. Een bedrag van +- € 0,33 mln. zal niet worden uitgegeven.

Armoedebestrijding
Vanuit eerdere jaren is een tekort op armoede meegenomen in begroting 2018. Het tekort is in voorgaande jaren ontstaan door extra uitgaven bijzondere bijstand. De stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de nog steeds stijgende groei van het aantal mensen onder bewindvoering. Deze trend zet ook in 2018 nog door. Dit is een landelijke tendens. Voor een ander deel wordt de stijging veroorzaakt doordat steeds meer inwoners gebruik maken van gemeentelijke minimaregelingen zoals de individuele inkomenstoeslag. Het bestaande tekort van € 0,8 miljoen is onveranderd.
Voor de doorontwikkeling van de Bredapas is een bedrag beschikbaar gesteld van € 0,18 mln.. Naar verwachting wordt dit bedrag niet meer in 2018 uitgenut.
Van het woonlastenfonds (€ 0,4 miljoen) is hierdoor naar verwachting in 2018 slechts € 0,03 miljoen benodigd. De betrokken partijen lijken andere manieren te hebben om aan financiering te komen wat het fonds overbodig maakt. Hier hebben we ook op gestuurd.

In de meicirculaire zijn er voor 2018-2020 incidentele gelden beschikbaar gesteld t.b.v. armoede en preventie, deze middelen dienen te worden ingezet om een impuls te kunnen geven aan de verbetering van de toegang tot en de effectiviteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening en versterking van de lokale regie van het armoedebeleid. Tot op heden is dit budget nog weinig aangesproken. We zetten in 2018 een gedeelte van het geld in voor een NIBUD-onderzoek. Een bedrag van € 0,27 mln. zal niet meer in 2018 worden uitgenut.

Thema 1.5 Leven

Resultaat prognose € 0.

Thema 1.6 Ontmoeten

Resultaat prognose: € 0,86 miljoen positief.

Toelichting:
Enerzijds wordt dit veroorzaakt door lagere subsidies aan Wijkplatforms en Wijkcentra. Subsidiëring is afhankelijk van initiatieven in wijken en dorpen. De Wijkplatforms zitten in de beginfase en zijn volop in ontwikkeling. Het aantal initiatieven zal zeker nog toenemen en daarmee ook de vraag naar subsidie. Bovendien is de hoogte van de benodigde subsidie afhankelijk van de aard van de ingediende initiatieven en kan ook daarom per jaar verschillen. Voor de  Wijkcentra geldt dat subsidiëring afhankelijk is van de noodzakelijke ondersteuning van de besturen van de Wijkcentra. Daarnaast is er minder geld uitgegeven aan Wijkimpulsen en publieke innovatie.